Competenties uitgewerkt / Reflectie op leerproces
1. Competent in zelfreflectie en normatief professionele ontwikkeling
In het begin van de minor gingen er veel filosofische gedachtes door mijn hoofd. Vooral wat is het goede leven voor mij en wat moet ik daarvoor doen? Dit kwam vooral door mijn stage waar ze een andere visie hadden op hulpverlenen dan mijn opleiding uitstraalt. Ik kan mij meer vinden in de visie van mijn vorige stage. Dat was meer het mens op mens contact. Ik denk, als ik nu terug kijk, dat het voor mij een filosofische zoektocht is geweest naar wat goede hulpverlening nou eigenlijk is en welke manier nou het beste bij mij past.
Het college van Vincent over leren liefhebben heeft mij die avond erg gegrepen. Ik heb hier thuis lang over gepraat en geprobeerd toe te passen op mijn relatie. Ik ben naar mijzelf gaan kijken en waarom ik dingen soms niet leuk vind en andere weer wel. Kwam dit ergens vandaan? De dingen in onze relatie waar ik mij aan kon irriteren, kon ik allemaal terug koppelen naar iets van vroeger, waarbij ik mij ook geïrriteerd voelde bijvoorbeeld bij een familielid vroeger of op de middelbare school. De reden dat ik dit een belangrijke ontwikkeling heb gevonden is de relatie die je met een cliënt moet aangaan in het maatschappelijke werk. Je moet weten waar je zwakke en goede kanten liggen en waar die vandaan komen. Als een cliënt jou irriteert komt dit volgens Vincent uit jou verleden en daar geloof ik nu ook in. Daarbij denk ik dat je ook anderen kan helpen. Niet alleen door jezelf te leren kennen, maar ook anderen bewust maken over, dat als zij geïrriteerd zijn op hun man of vrouw dit met hun verleden te maken kan hebben. Wat nog meer voor mij een belangrijk moment is geweest is de dialoog tafel in Den Bosch. Allemaal vreemde mensen met een andere komaf, andere gedachtes en andere levenswijze. Heel divers was deze tafel. Het mooie was het praten over de vluchtelingen wat plotseling een onderwerp was geworden. Iedereen vond dat ze op moesten worden gevangen, tussen de wijken zodat iedereen ze een beetje kon helpen en ze niet apart in een gebouw moesten worden geplaatst. Het overviel mij een beetje omdat ik om mij heen allemaal slechte verhalen hoorde over asielzoekers. Mijn eigen mening veranderen compleet want ik was er groot voorstander van geworden dat asielzoekers een plek moesten krijgen in onze samenleving. Ik vond het zo bizar. Mijn mening was ineens een mening die gedeeld werd in een groep. Dit is mij nog lang bijgebleven en zal ik niet snel vergeten. In het maatschappelijk werk is het ook van belang dat je opkomt voor asielzoekers en mensen met een andere komaf. Iedereen heeft wel eens hulp nodig en ik wil ook iedereen helpen. Hierdoor zag ik dat ik in staat was om allochtonen te helpen, terwijl ik hier van te voren erg over getwijfeld heb.
2. Competent in communicatie en dialoog
Tijdens deze minor ben ik hierin erg gegroeid. Dit komt vooral door de sfeer in de klas. Het was een open sfeer en alles was oke wat je zei. Dit heeft er bij mij voor gezorgd dat ik gegroeid ben in het luisteren naar anderen. Een voorbeeld hiervan is het uitstapje in Rome naar de sixtijnse kapel. Hier heb ik rondgelopen met Hanneke. We raakten aan de praat over haar thuissituatie. Deze lag nogal gevoelig. Wat ik hierbij deed was vooral luisteren naar haar en medeleven tonen. Zeggen dat ik haar begreep en niet zeggen wat ze zou kunnen doen. Het was voor mij bijzonder omdat ik in mijn opleiding meteen linken kan leggen met bijvoorbeeld moederlijk gedrag en andere theorieën. Dit kon ik loslaten door alleen maar te luisteren naar haar. Dit voelde zo als een eyeopener dat ik hiermee ben gaan oefenen en het heeft mij een betere hulpverlener gemaakt. Ook de visie van het meer mens op mens contact die ik wil hebben in mijn hulpverlening komt zo mooi tot uiting.
De dialoog tafel heeft mij ook veel geleerd. Voor ik begon aan de minor had ik nog nooit gehoord van een dialoog. Toen ik hoorde wat het was dacht ik hoe dan? Door het zelf mee te maken voelde ik wat het kan doen door alleen naar een ander te luisteren en samen naar een mooie oplossing of overeenstemming te zoeken. Dit is voor mijn latere beroep ook belangrijk tijdens casus gesprekken over cliënten. Zo kunnen we met het team op een lijn gaan zitten en niet door elkaar praten zonder uitkomst.
3. Hermeneutisch (interpretatie) competent
Voor ik aan deze minor begon had ik geen duidelijk mens, wereld en godsbeeld. Dit is in deze minor sterk ontwikkeld doordat het levensbeschouwelijk zelfportret 3 keer moest worden ingevuld. De eerste keer heb ik echt lopen staren naar mijn scherm voor ik iets in kon vullen. Het was zo warrig in mijn hoofd ik vond van alles maar niks specifieks. Toen ben ik gaan typen en kwam er voor mij meer duidelijkheid. De tweede keer dat ik het invulde kwam het snel op gang en merkte ik dat mijn beeld weer veranderd was. Hier stond ik verbaasd naar te kijken. De derde keer was al meer hetzelfde en op sommige vlakken wat anders. Ik merkte dat door het op schrijven van mijn beeld ik zelf een duidelijker beeld kreeg en deze ook meer standvastig was in mijn contacten. Hierdoor kan ik duidelijk zijn over deze beelden naar de buitenwereld en is het helder in mijn hoofd. Dit is voor mijn visie op het maatschappelijk werk en op het helpen van mensen ook belangrijk. Als ik hier geen duidelijkheid in heb dan loopt het maar wat door elkaar. Dat geeft geen duidelijkheid en je hebt duidelijkheid nodig om goed te werken, vind ik.
Tijdens het maken van mijn essay heb ik veel boeken gelezen en bronnen gevonden over de vrije wil. Deze heb ik verwerkt in mijn essay, daarbij heb ik kritisch gekeken naar goede bronnen en wat ik hier nou van vind. Daarbij heb ik een reflectie op geschreven en wat ik hiervan vind. Dit heeft mij veel opgeleverd. Nu kan ik meer diepgang geven aan mijn mening over de vrije wil vanuit verschillende perspectieven. Mijn beeld over de vrije wil heb ik gemeten met beelden van anderen. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik anders ben gaan denken over de vrije wil. Eerst dacht ik dat we die wel zouden hebben, maar nu trek ik dat lichtelijk in twijfel omdat alles wat wij doen in mijn beleving voortkomt uit wat we hebben meegemaakt en hoe we zijn ontwikkeld.
4. Spiritueel competent
Voor ik aan de minor begon was ik niet met spiritualiteit bezig. Wat ik ervan wist is de verhalen van een vrouw die ik een jaar geleden heb leren kennen. Zij vertelde dit erg zweverig en ik dacht bij haar meteen aan hekserij. Dit beeld is 100% omgeslagen in de minor. Het is voor mij nu iets waar je ontspanning in kan vinden bijvoorbeeld door meditatie, waar je geluk in kan vinden door iets groters dan jezelf te voelen, waar je sterker van kan worden door bijvoorbeeld een visualisatie meditatie enzovoorts. Het is iets moois geworden i.p.v. iets engs en buitenaardigs. Dit komt grotendeels door de lessen van Helma en mijn eigen spirituele leerdoel. Een maand lang heb ik elke dag gemediteerd (voor zover dit lukte). Dit heeft mij veel rust en helderheid gegeven. De dagelijkse dingen leken minder belangrijk en rust vinden ging op plaats een. Door te mediteren voelde ik mij sterker, en kon ik meer aan. Een bijzondere gewaarwording vind ik dat.
In het ui-model van korthagen heb ik ontdekt dat ik hulpverlener wil zijn omdat ik vroeger ook hulp nodig had en dit als erg fijn heb ervaren. Deze ervaring wil ik anderen ook meegeven om net dat beetje te geven zodat ze er weer bovenop komen. Ikzelf vind dit een mooi iets om mensen vanuit deze invalshoek te helpen. Mijn motivatie is hierdoor ook groot omdat ik zelf weet hoe fijn het kan zijn om hulp te krijgen als je het moeilijk hebt. Je verstand, wil, intuïtie en gevoel hangen daarbij ook samen. Deze 4 zijn niet onafhankelijk van elkaar maar heb je allemaal nodig om iemand te kunnen helpen. Je moet je verstand gebruiken als er moeilijke beslissingen gemaakt worden, daarbij is het belangrijk dat je het gevoel meetelt, wat iemand wil en wat je intuïtie je zegt.
5. Esthetisch competent
Tijdens mijn onderzoek ben ik op zoek gegaan naar manipulatie in de media. Hierbij wordt veel met beelden en teksten gewerkt. Dit houdt veel symboliek in. Er zijn zoveel verschillende manieren van communiceren en dit kan op zoveel manieren betekenis worden gegeven en gebruikt dat mij dat erg verwonderde. Ik heb hierbij veel geleerd over de manier waarop je iets brengt en hoeveel dat uitmaakt voor de uitkomst bij de lezer. In mijn toekomstige werk ga ik hier voorzichtig mee om tijdens het verwerken van verlagen. Deze wil ik zo maken dat ze op een goede manier overkomen en niet verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden.
Met de religieus geïnspireerde cultuur heb ik veel te maken gehad op mijn practicumplaats. Hier is mijn beeld van zusters in een klooster aanzienlijk veranderd. Het is zo’n gemoedelijke sfeer, zo een had ik nog nooit meegemaakt. Iedereen staat voor elkaar klaar en draagt zorg voor de ander. Zij worden ook meegenomen in de nieuwe denkbeelden en niet elke zuster geloofd nog overtuigend in god en de verhalen. Wel vinden ze de gebondenheid die het klooster geeft ongelofelijk mooi en zouden ze voor geen goud willen missen. Van deze leefwijze heb ik veel geleerd. Vooral hoe belangrijk het is om je naasten lief te hebben. Dit geeft je zoveel meer dan de elektronica en facebookberichten die nu o zo belangrijk zijn. In mijn werk wil ik die gedachte meenemen. Met liefde iemand helpen die in moeilijkheden zit. Er zijn en kijken wat we samen kunnen doen om dit op te lossen.
6. Competent tot ethisch gefundeerd waarderen en handelen
Voor ik aan deze minor begon wist ik niet wat een moreel beraad was. Dit heb ik vooral geleerd tijdens de lessen filosofie over Plato en tijdens het moreel beraad in de klas. Hierbij heb ik meegedaan in de ronde en meegedacht over het onderwerp. Dit laat zien dat ik een bijdrage heb geleverd aan het moreel beraad.
In mijn filosofisch essay zat een ethisch dilemma. Hannah Arendt heeft deze ooit onderzocht bij een Duitse-oorlogssoldaat. Zij onderzocht of hij aansprakelijk was voor zijn verschrikkelijke daden in de tweede wereldoorlog. Had hij hierin een vrije wil of niet? Dat is ook mijn vraag voor mijn essay. Deze heb ik uitgewerkt door 2 filosofen te gebruiken. Ik heb hierbij ook mijn conclusie geschreven. Er zijn natuurlijk verschillende opties en standpunten tijdens een ethisch dilemma en waarden en normen spelen hierin een ontzettend grote rol. Dit heb ik ook veel al in mijn vorige opleiding gehad en ik weet waarom het belangrijk is dat je alle aspecten van het probleem op verschillende vlakken bekijkt.
7. Sociaal en maatschappelijk competent
Door het levensbeschouwelijke portret 3 keer te maken heb ik een duidelijk beeld gekregen van mijn visie op de wereld en hoe ik mij daarin wil verhouden. Dit uit ik naar mijn familie, vrienden en anderen in mijn omgeving. Op mijn practicumplaats en werk heb ik vaak gesprekken over onderwerpen die we op school hebben behandeld. Dit zorgt ervoor dat ik een duidelijk beeld in mijn hoofd heb over de onderwerpen en kan ik kijken wat anderen hiervan vinden. Door dit met anderen te bespreken merk ik dat anderen ook interesse krijgen in bepaalde onderwerpen. Hierbij vind ik dat ik een betekenisvolle bijdrage lever door mijn levensbeschouwing.
Voor dit leerdoel heb ik apart uitgewerkt wat het politieke-sociale kader is op mijn practicumplaats en hoe ik hierdoor beïnvloed ben. Door dit uit te werken werd voor mij helder dat ik het gemoedelijke erg belangrijk vind in mijn werk. Natuurlijk moet ik ook hard zijn soms en zeggen dat bepaalde dingen niet kunnen, maar als de basis liefde is kan er altijd iets moois blijven ontstaan, dat is mijn visie.