Leeragenda
Naam Student: Lieke Peeters
Studentnummer: 1684660
Datum: 31-10-2015
Handtekening voor akkoord:
Uitwerking leervragen
Leervraag 1.
Ik wil minder bezig zijn met mensen om mij heen, en meer de focus op mijzelf leggen. Dit betekend dat ik niet mijzelf moet aanpassen aan anderen, maar juist mijzelf kunnen blijven in dit contact.
S. Ik wil in contact met anderen geen andere mening hebben, of vragen niet durven stellen. In contact met anderen wil ik mijn mening behouden en duidelijk vorm geven. Waarbij ik open blijf staan voor de mening van anderen. Ik wil niet anders doen dan dat ik mij voel.
M. Dit meet ik door te kijken naar hoe ik ben als ik mijzelf blijf in een gesprek en wat ik dan doe. Dit reflecteer ik op komende gesprekken en kijk daarbij in hoeverre ik doe wat ik doe als ik mijzelf ben.
A. Ja. Het is voor mij niet fijn om mij steeds aan te passen. Ik wil mijzelf kunnen zijn. R. Ja. Ik kan hier aan werken en mijzelf hier sterker in maken.
T. Ja. Voor het einde van de minor filosofie, wereldreligies en spiritualiteit wil ik 70% van mijn tijd, mijzelf kunnen zijn. Hier werk ik na de minor op door zodat het 100% wordt.
Uitwerking leervraag 1.
Ik ben mijzelf in een gesprek als: - Ik grapjes maak.
- Ik actief meedoe
- Ik mijn mening duidelijk geef
- Ik inga op zinnen die mij niet aanstaan
- Ik veel inbreng heb en
- Ik niet stil ben
- De discussie niet uit de weg gaan
Reflectie op gesprekken
Met mijn vriendengroep maak ik grapjes en doe ik actief mee. Ik geef mijn mening duidelijk en ga in op zinnen die mij niet aanstaan. Ik heb niet zoveel inbreng bij bepaalde onderwerpen zoals het nieuws of politiek. Wel als het gaat om, films of school. Dit komt ook waarschijnlijk door mijn interesses en dat is niet erg. Ik ben duidelijk niet stil bij mijn vriendinnen. Ik kan wel zeggen dat ik mijzelf bij hen kan zijn.
Bij mijn schoonfamilie ben ik juist niet mijzelf doordat ik mijn grapjes niet kan maken, Niet actief meedoe, ik kan mijn mening niet geven, ik ga niet in op zinnen die mij niet aanstaan maar laat ze voor wat het is, ik heb niet veel inbreng daar en ben stil. Hoe kan ik dit veranderen? Dit kan denk ik door mijn gedachte patroon te veranderen en hen beter te leren kennen. Als ik denk dat het mij niks uit maakt wat ze vinden zal het makkelijker gaan. Ze beter leren kennen kan ik het beste een op een want daar ligt mijn kracht. In een groep zal ik dit niet snel doen.
Bij mijn eigen familie ben ik mijzelf. Al de eigenschappen die ik heb als ik mijzelf ben, heb ik daar. Ik laat mijzelf horen en zeg wat ik vind. Ik ga daar ook gewoon de discussie aan als ik iets niet wil. Wat ik in andere situaties lastiger vind. Dit kan ik ook aan het lijstje toevoegen zie ik nu. Als ik terug kijk op mijn reflecties voel ik mij het fijnste thuis, waar ik mijzelf kan zijn. Ik hoop dat ik dat 100% bij mijn schoonfamilie en vrienden kan zijn zodat ik mij daar ook mijzelf voel.
Leervraag 2.
Ik wil meer diepgaande gesprekken voeren in deze minor en buiten de minor. Dit wil ik vanuit mijn gevoel doen.
S. Voor mij is een diepgaand gesprek, een gesprek over gevoelens. Dit moet van twee kanten komen anders werkt zo’n gesprek niet. Ik vind het zelf moeilijk om over mijn gevoelens te praten en wil dit leren. Mijn grens is daarom, wanneer ik praat over iets van mijzelf wat emotionele waarden heeft voor mij of de ander is het een diepgaand gesprek. Dit heb ik verderop uitgewerkt.
M. Dit wil ik beter kunnen aan het einde van de minor. Ik ga reflecties maken over gesprekken waarbij ik de diepgang voel en mijn gevoel een rol speelt in het gesprek. Dit kan elk gevoel zijn.
A. Ja. Het is haalbaar omdat ik met mensen omga waar ik voel dat ik deze gesprekken kan oefenen. R. Ja. Alleen zal het na de minor nog doorgaan omdat dit niet een doel is wat in een keer kan lukken, daar gaat meer tijd overheen. Ik kan er wel beter in worden tijdens deze minor. T. Meer gevoelige gesprekken en hier zelf initiatief in nemen lukt voor het einde van deze minor, dit helemaal onder controle krijgen gaat na de minor nog verder.
Gesprekken kunnen op verschillende niveaus gehouden worden. Voor mij is een diepgaand gesprek nummer 3, 4 en 5 die hieronder zijn beschreven.
Oppervlakkige communicatie, bijvoorbeeld: groeten ('hallo', 'tot ziens'); kennismaken ('mijn naam is …'); bedanken ('dank u wel', 'graag gedaan'); kopen ('een pond kaas a.u.b.') enzovoorts.
Delen van of vragen om informatie (vaak niet meer dan small talk), bijvoorbeeld: 'ik werk bij de overheid'; 'wij hebben drie kinderen'; 'wat voor huiswerk hebben we opgekregen?'
Delen van meningen en ideeën (ook evaluative communication genoemd), bijvoorbeeld: 'Q is beter dan X'; 'ik ben het niet met je eens'; 'bekijk het eens van die kant'.
Delen van emoties (gut level sharing), bijvoorbeeld: 'ik ben je erg dankbaar'; 'ik ben zo blij haar te ontmoeten'; 'ik ben erg ontevreden over je...'; 'ik ben heel bang voor wat komen gaat...'
Delen van je hart: je diepste gevoelens en gedachten met elkaar delen, communicatie zonder geheimen voor elkaar, in volstrekte openheid, intimiteit en vertrouwelijkheid. Dit gesprek kent de meeste diepgang (Infonu, 2015).
Uitwerking leervraag 2.
Reflectie Vaticaans museum
Tijdens het bezoek aan het Vaticaans museum heb ik een gesprek gehad met een klasgenoot. Dit ging over mijn verleden en haar verleden. We hebben goed naar elkaar geluisterd en ik voelde mij vrij om te zeggen wat ik wilde zeggen. Tijdens dit gesprek kwam ik bij mijn gevoel en merkte ik dat dit erg fijn voelde. Ik denk dat hierbij ook wel meetelde dat we met zijn tweeën waren, moe waren en zich vertrouwd voelde bij elkaar. Ik heb dit verder uitgewerkt volgens de 9 hulpvragen.
Reflectie gesprek zuster
Dit gesprek heeft mij ook aangegrepen. Vanuit mijn gevoel heb ik hierop gereageerd en door open te staan. Door dit gesprek voelde ik mij daarna nog een tijdje open en wilde ik dit ook met anderen delen. Wat er allemaal gebeurde staat in de uitwerking van de 9 hulpvragen.
Leervraag 3.
Ik wil mijn kijk op de wereld en de mensheid verbreden d.m.v. filosofische gesprekken te voeren. Dit wil ik doen met mijn omgeving en mensen die ik niet zo goed ken.
S. Ik wil genoeg kennis hebben over de filosofie, wereldreligies etc. Dit wil ik om mijn beeld op de wereld en de mensheid te verbreden en zo een bredere kijk te ontwikkelen.
M. Voor het einde van deze minor ga ik 2 gesprekken uitwerken die filosofische gronden heeft. Hierbij ga ik uitwerken wat ik meeneem in mijn wereld en mensbeeld.
A. Ja. Zo verbreed ik mij persoonlijk en op denkniveau.
R. Ja. Ik kan filosofische gesprekken voeren en zeker met de lessen die in deze periode worden aangeboden. T. Voor het einde van de minor, 2 gesprekken.
Hiervoor was mijn leerdoel dat ik anderen een socratisch gesprek wilde leren en ze filosofisch wilden laten denken. Nu ben ik hier verder over gaan nadenken en het is niet aan mij om anderen van mening te laten veranderen. Ik vind filosofie leuk maar een ander misschien niet. Dat moet ik accepteren. Een ander mag ik niet veranderen. Ik mag wel leuke gesprekken voeren als ik maar kijk naar wat de ander wil. Daarom heb ik mijn leerdoel aangepast naar het verbreden van mijn wereld en mensbeeld. Dit komt door het inzicht wat ik met deze vraag gekregen heb. Mijn beeld mag veranderen en dat wil ik graag, maar die van anderen is niet aan mij. Dat ik deze sceptische houding van anderen wilden veranderen zegt over mij dat ik het vervelend vind als mensen niet doen wat ik wil. Ik moet leren anderen in hun waarden te laten en niet mijn kant op moet sturen. Het is beter om aan jezelf te werken en omgaan met anderen dan aan anderen te werken. Mijn wereld verbreden vind ik erg belangrijk. Het is voor mij van waarde omdat ik merk dat kennis oneindig is en ik mij gelukkiger voel als ik bezig ben met lezen en dingen leren, ook in contact met anderen. Hier haal ik voldoening uit.
Uitwerking leervraag 3.
Gesprekken uitgewerkt
Tijdens mijn stage heb ik met verschillende zusters uit het klooster gepraat. Deze hebben allemaal hetzelfde wereldbeeld dacht ik. Tot ik bij een zuster kwam die sterk in Franciscus geloofden. Toen ik net uit Rome kwam hebben wij het gehad over de Paus en hoe groot de kerken waren. En ik vroeg haar wat zij hiervan vond. Zij vond het belachelijk dat het geloof rijk was en het allemaal zoveel moet kosten. Het gaat erom de armen te helpen en toen kwam ik er ook achter dat ze in het klooster niks hadden vroeger. Ze moesten hun eigen kleren maken omdat ze deze niet konden kopen. Het klooster was arm en de kerken waren rijk. Dit sloeg mijn geloofsbeeld om. Hoe raar het eigenlijk in elkaar zat, en daar hebben wij een erg mooi gesprek van gemaakt. Hier heb ik van geleerd dat het niet altijd is wat het lijkt. Verhalen van binnenuit zijn zoveel meer sterker dan verhalen die verteld worden door buitenstaanders. Ik kijk ook anders tegen de kerk en het geloof aan. Ben wat meer open voor nieuwe verhalen en houd niet meer vast aan wat mij verteld is tot ik het van binnenuit bevestigd zou krijgen.
Daar zit ik dan, in de trein naar Utrecht laat in de avond. Nadenkend over mijn onderzoeksopdracht voor school. Dan komt er een vrouw langs en legt zakdoekjes met een briefje op mijn "plankje". Met de tekst: "Ik ben geen bedelaar. Ik ben een vrouw met 3 kinderen. Zou u deze zakdoekjes willen kopen? Gelukkig zijn de mensen die vrij zijn!" mijn eerste gedachten, ja hoor.. Heb je er weer een. Toen ging ik nadenken, deze vrouw is zo ten einde raad dat ze met zakdoekjes in de trein rondloopt en waarschijnlijk op de vlucht is voor haar eigen landgenoten. Ik besloot haar mijn enige kleingeld te geven wel geteld 50 cent. Ze komt terug en ziet de 50 cent liggen, daarna pakt ze mijn hand, zegt iets in een andere taal en pakt mijn ketting met het tau teken in haar hand en geeft er een kus op. Voor mijn gevoel stond ze me 5 minuten te bedanken voor 50 cent. Ik besefte me dat het voor mij maar 50 cent is maar voor haar is het een teken van steun, dat ze niet alleen staat en weer wat hoop heeft. Ondanks dat ik niet gelovig ben voelde ik mij erg verbonden via het geloof met haar. Ik als christenen gedoopt en zij als waarschijnlijk islamitische vrouw verbonden door het geloof. Is dat niet waar het geloof om draait? Verbondenheid?
Dit heeft mij op dat moment zoveel gegeven. Het was dan wel niet een heel gesprek maar de lichaamstaal tussen ons vertelden genoeg. Ik kreeg een stukje mee van haar leven en zij van mij. Dit heeft mij doen realiseren dat vluchtelingen ook mensen zijn die net zo hard willen dat het vrede wordt als dat wij dat willen.